2. Aanmaken master flat

Het aanmaken van een master flat is een essentieel onderdeel voor het verwijderen van optische defecten van de light frames die je geschoten hebt.

Individuele light frames (vanaf nu subs) bevatten allerlei optische defecten veroorzaakt door stof en vuil op je spiegel, lens/corrector, filter of een niet gelijkmatige belichting van de CCD sensor in je camera. Al deze kleine maar storende defecten moeten verwijderd worden voor het calibreren (Image Calibration) en stacken (Image Integration). Flat frames moeten geschoten worden op de dezelfde brandpuntsafstand als de zogenaamde light frames, het is belangrijk dat niets in het optische pad is verschoven.

Flats frames kunnen op verschillende manieren worden aangemaakt. De goedkope en makkelijke manier is een wit t-shirt over de OTA trekken en de OTA richting een helder deel van de hemel (niet richting de zon en bijvoorkeur iets voor de schemer) richten. Ook kun je (goede en evenredig) verlichte panels (bijvoorbeeld een iMac) gebruiken om flats te nemen. Het is belangrijk dat je een flink aantal flats neemt, rond de 50 is meestal voldoende. De exposure tijd (belichtingstijd) van je camera moet aangepast worden om een ADU-waarde van rond de 22-23 te bereiken op de CCD-sensor (of een histogram piek van ongeveer 1/3 van links).

Flat subframe met toegepaste Screen Transfer Function.
Flat subframe met toegepaste ScreenTransferFunction.

Zoals te zien in bovenstaande afbeelding is er met name sprake van vignettering en in mindere mate van stof deeltjes en vuil.

2.1 Flat subs calibration

Voor flat subs gecombineerd kunnen worden tot een master moeten ze gecalibreerd worden omdat ze ook het bias signaal van het camerasysteem bevatten. We gaan de bias substraction uitvoeren met het Image Calibration proces in PixInsight. Tevens voeren we een dark substraction uit. Allereerst voeren we echter een bestandsconversie uit, de raw bestanden worden geconverteerd naar het .xisf formaat.

  1. open het script BatchFormatConversion onder het menu /Script/BatchProcessing, kies als sample format: 32-bit IEEE 754 floating point met als output extension: .xisf;
  2. selecteer de te converteren raw bestanden;
  3. druk op ok;
  4. selecteer de gewenste en geconverteerde flat subs in het ImageCalibration tool;
  5. specificeer de output directory waar de gecalibreerde bestanden opgeslagen worden;
  6. selecteer de master bias en dark masters en zorg dat de master flat checkbox niet is aangevinkt;
  7. neem de overige instellingen over zoals afgebeeld;
  8. klik op het ronde cirkeltje linksonder in het venster om het proces te starten.
tip: je kunt bij het openen van een proces op het kruisje rechtsonder klikken om alle instellingen te resetten.
Calibratie van de flat subs met de master bias en dark.
Calibratie van de flat subs met de master bias en dark.

2.2 Flat frames integration

Nu de flat frames gecalibreerd zijn ze klaar voor om geïntegreerd te worden in één master frame m.b.v. het Image Integration proces.

  1. selecteer de te integreren gecalibreerde frames;
  2. wijzig de Normalization optie naar “Multiplicative en de Weights naar “Don’t care (all weights = 1)” middels de dropdown menu’s;
  3. kies als pixel rejection algorithm voor: Averaged Sigma Clipping (8-10 subs), Winsorized Sigma Clipping (10-15 subs), of Linear Fit Clipping indien => 15 subs;
  4. neem de overige instellingen over zoals afgebeeld (default instellingen behalve generate a 64-bit result image aanvingen);
  5. sla het master flat op in het .xisf formaat in 32-bit IEEE 754 floating point.
Geïntegreerd (master) flat frame uit 50 subs.
Geïntegreerd (master) flat frame uit 50 subs.

In de bovenstaande afbeelding zien we de geïntegreerde afbeelding van 50 flat subs met de ScreenTransferFunction toegepast. De vignettering is duidelijke zichtbaar.

2.3 Controle van de Master Flat

Een simple controle kan worden uitgevoerd op het master flat om zeker te weten dat het master goed is om de light subs te calibreren.

  1. maak een kopie van het master flat (rechter muisknop / context menu op het actieve venster) middels Duplicate;
  2. open het Image Calibration proces en selecteer het master flat bestand welke we in 2.2 hebben opgeslagen;
  3. verwijs naar de kopie van het master flat bestand en zorg dat de master dark en master bias checkboxes niet zijn aangevinkt;
  4. neem de overige instellingen over zoals afgebeeld (default instellingen behalve sample format);
  5. klik op het ronde cirkeltje linksonder in het venster om het proces te starten.
Controle van de Master Flat, settings en resultaat.
Controle van de master flat, settings en resultaat.

We zien in bovenstaande afbeelding dat het gecalibreerde resultaat geen optische defecten meer vertoond en het beeld gelijkmatig belicht is, dit is het bewijs dat het master flat goed is om onze light subs te calibreren in de volgende stappen: calibreren (registreren) en integreren (stacken).

Copyright © 2015-2017 starry-night.nl

Leave a Reply

Scroll to Top